Marcel over zijn blinde geleidehond Jily
‘Een geleidehond is een leuke hond met veel extra’s!
Ik ben op bezoek bij Marcel de Schipper en Jilly, zijn geleidehond sinds een paar maanden. Ik ken Marcel via wederzijdse vrienden. Toen ik hem vroeg of ik hem voor het thema ‘hulphond’ wat vragen mocht stellen over Jilly, reageerde hij enthousiast.
Voorstellen
Marcel is geboren met een visuele handicap en is bijna blind. Hij is 33 jaar. Hij woont in Harderwijk en heeft een vriendin. Sinds een paar maanden heeft hij Jilly als geleidehond. Voordat hij Jilly kreeg, was Lindsey zijn geleidehond. Ik had zelf Jilly nog niet ontmoet. Als ik binnen kom, ruikt ze alleen om te zien wie ik ben en gaat dan lekker bij me liggen om geaaid te worden. Dat ken ik nog wel van Lindsey. Zij vond het ook heerlijk om geaaid te worden. Ik vraag Marcel of dat wel kan, aandacht geven aan zijn geleidehond. Marcel: ‘als Jilly haar tuigje om heeft, dan weet ze dat ze aan het werk is. Dan mag ze niet aangehaald worden. Ze moet dan geconcentreerd haar werk kunnen doen en netjes ‘op het pad’ lopen. Dat is soms best moeilijk voor mensen die haar zien. Als we thuis zijn en het tuigje gaat af, dan is ze gewoon een huishond en mag iedereen haar aanhalen en uitlaten. Dan mag ze ook, na het commando “vrij”, door de bosjes rennen en in het water springen’.
Werk
Jilly’s werk is vooral buitenshuis. Ze zorgt ervoor dat Marcel een ruimte van 2 meter hoog en 1 meter breed heeft om vrij te lopen. Ook moet ze stoppen bij oneffenheden zoals paaltjes die minder dan een meter uit elkaar staan en fietsen op de stoep. Ze moet dan een vrije doorgang voor Marcel zoeken. Ze zoekt voor Marcel de deur, de trap, de brievenbus en een balie van het gemeentehuis. De commando’s geeft Marcel gewoon in het Nederlands. Jilly vergroot Marcel’s mobiliteit. Met een geleidehond gaat hij makkelijker de deur uit en kost het lopen minder energie.
Aanvraag
Ik vraag Marcel waarom hij een geleidehond heeft aangevraagd en of hij er lang over na moest denken. ‘Wij hadden vroeger thuis altijd honden. Ik heb er nooit lang over na moeten denken om een geleidehond aan te vragen. Naarmate ik minder ging zien en ik van mijn studentenflat naar een woning met tuin verhuisde, heb ik bij verschillende geleidehondenscholen informatie ingewonnen. Ik heb toen bij KNGF Geleidehonden een geleidehond aangevraagd’. Volgens Marcel zijn er vijf scholen in Nederland. De reden dat hij bij de KNGF een hond heeft aangevraagd, was vooral een persoonlijke afweging. “Het had te maken met de uitgebreide instructie in een voor mij onbekende omgeving en de professionele uitstraling”. Bij de KNGF kon er aan de wensen van Marcel worden voldaan. Ik geef aan dat ik me kan voorstellen dat niet iedereen maar zo een geleidehond krijgt (zo’n goed opgevoede hond wil iedereen wel!). Dat blijkt inderdaad niet het geval te zijn. Marcel kreeg een intakegesprek waarin bijvoorbeeld werd ingegaan op de verwachtingen die Marcel had van een geleidehond. En ook aan Marcel werden eisen gesteld, zoals: heb je voldoende ruimtelijke oriëntatie, heb je een beeld van de omgeving in je hoofd, wat wil je doen met de hond, heb je genoeg werk voor de hond. Ook was Marcel’s woonomgeving belangrijk en of hij een minimaal aantal ‘routes’ had. Na al deze vragen en een praktijkbeoordeling van de mobiliteit met een taststok en een simulatiehond werd Marcel op een wachtlijst geplaatst. Volgens Marcel is het aantal aanvragen hoger dan het aantal honden dat wordt opgeleid. Hoewel de wachtlijsten de laatste jaren wel zijn afgenomen.
Opleiding
Een geschikte puppy is een jaar bij een gastgezin, waar het een flink aantal dingen leert en goed wordt opgevoed. Als de pup twaalf tot veertien maanden oud is, gaat hij naar de geleidehondenschool. Als de hond ongeveer twee jaar is, wordt er een match gemaakt met een kandidaat die op de wachtlijst staat. Als er een match is, krijgen de hond en z’n nieuwe baas nog twee weken instructie op school. Onder leiding van een instructeur leren hond en baas samen lopen. Deze schoolinstructie is niet in de woonomgeving van de cliënt. Tijdens de thuisinstructie worden een aantal routes geoefend. Hierbij leert de hond niet zelf de routes; de hond weet immers niet waar de baas naar toe wil. Doel is dat hond en baas leren samen werken waardoor ze de routes kunnen lopen.
Nieuwe geleidehond
Marcel: ‘toen ik Lindsey (Marcel’s eerste geleidehond) kreeg, was zij de enige hond die voorgesteld werd. Het was niet zo dat ik kon kiezen uit een nestje of iets dergelijks. De school bekijkt of het profiel van de hond past bij het profiel van de aanvrager. Ze kijken bijvoorbeeld naar je looptempo.’ Lindsey is ongeveer zeven jaar bij Marcel geweest en ieder jaar was er contact met de school over hoe het ging. Toen ze negen werd en met pensioen zou gaan, kwam Marcel op de wachtlijst voor een andere hond. ‘Ook Jilly is als enige aan mij voorgesteld. Toen ik haar kreeg, ben ik maar één week op instructie geweest, omdat het mijn tweede geleidehond is. Het is wel wennen, een andere hond. Lindsey kon gelukkig bij mijn ouders terecht, zodat ik haar nog vaak kan zien. Ze is natuurlijk wel zeven jaar bij mij geweest, niet alleen als geleidehond maar ook als huisdier.’ Dat is de band die Marcel met beide honden heeft: ‘het is een huisgenoot die overal mee naar toe gaat.’Of, zoals Marcel het uitdrukt: ‘een geleidehond is een leuke hond met veel extra’s!
Geschreven door Barbara van Velzen