Paardensport - Corrie haar ziektes weerhouden haar er niet van
‘Voor mijn gevoel ben ik dan even niet beperkt.’ Posttraumatische dystrofie, zenuwschade en fibromyalgie weerhouden de vijfendertigjarige Corrie Wegerif uit Apeldoorn niet om aan paardensport te doen. Ze zit echter niet meer op het paard. Corrie bestuurt haar paard vanaf een wagen. Het aangespannen rijden heeft vele facetten, maar Corrie doet aan mensport. |
‘Na mijn ongeluk ben ik gaan mennen, omdat ik niet meer gewoon kon paardrijden. Dat was iets wat ik van kleins af aan erg graag deed. Vanaf mijn vierde jaar, wilde ik altijd al op paarden zitten. Zestien jaar geleden heb ik een brommerongeluk gehad. Ik werd aangereden door een auto, waarvan de bestuurder geen voorrang verleende. Nu heb ik posttraumatische dystrofie in alle ledenmaten, het meest in mijn benen. Door zenuwschade in mijn rug heb ik ook veel zenuwpijn. Sinds een paar jaar weet ik dat ik ook fibromyalgie heb. Nu ben ik huismoeder en woon samen met Harry. Samen hebben wij een zoontje van zes jaar. Ik mag graag lezen, tv kijken, knutselen en ik speel natuurlijk graag met mijn zoontje Jordy. De samenwerking met het paard’, benoemt Corrie wat haar in deze sport aanspreekt. ‘Het voelt ook heel goed als het lukt om mijn paard steeds beter te laten lopen. Daarbij vind ik het heerlijk om buiten te rijden in de bossen. Dan kom ik in mijn menwagen op plekken waar ik lopend of met de rolstoel eigenlijk niet kan komen. Voor mijn gevoel ben ik dan even niet beperkt. Mensen zien, als ik op de kar zit namelijk niets aan mij, mijn rolstoel is dan weg.’
Wedstrijd |
Aanpassingen
Corrie rijdt met een gewone marathonwagen. ‘Mijn wagen is niet aangepast. De rugleuning is wel langer dan standaard in verband met de neurostimulator, die anders pijn doet. Ik heb een gordel, zodat ik steviger zit. Een aangepaste rem zou handig zijn, maar dat is nog niet gelukt. Inmiddels heb ik mijzelf aangewend dat ik de rem amper gebruik. In de vrachtwagen, die wordt gereden door mijn partner, heb ik een goed bed. Daarin kan ik altijd gaan liggen. Dat is ook nodig, anders houd ik het niet vol. Verder hebben we geen aanpassingen, maar de vrachtwagen is wel zo ingedeeld, dat ik overal goed bij kan. Ik heb ook een hulphond waar ik heel veel aan heb. Hij heet Astor en gaat altijd mee naar wedstrijden. Graag zou ik nog een lichtgewicht kunststof tuig hebben, dat ik zelf makkelijk op het paard kan leggen. Naar zo’n kunststof tuig heb je qua schoonmaak ook geen omkijken. Hopelijk komt hier nog een sponsor voor.’
Geliefde sport
‘Tijdens en na het rijden heb ik extra pijn door de posttraumatische dystrofie en rugproblemen. Tot nu toe wil ik mijn geliefde sport daarvoor niet opgeven. Door mijn lijf heb ik drie jaar niet kunnen rijden. Gelukkig kon ik het na veel moeite weer oppakken, hopelijk kan ik het nog lang volhouden. Tijdens een wedstrijd slik ik meer medicatie dan normaal. Na een wedstrijd moet ik echt wel vier à vijf dagen bijkomen. Ik rijd niet (iedere) elke dag, want dat is te belastend. Ook heb ik altijd tijdens het rijden een stevig korset en een kniebrace om, anders wil het niet. Verder is het een kwestie van erg goed plannen om mijn energie over het gezin en mijn sport te verdelen. Daarom zorg ik voor voldoende rusturen per dag. Daarnaast lig ik ‘s avonds vaak om zeven uur op bed. Deze sport geeft extra pijn en kost energie, maar ik krijg er zoveel meer voor terug.’
De paarden Corrie’s paard Zafiro is een zevenjarige ruin, die ze kocht toen hij vijf jaar was. Zafiro is een kruising tussen een Friese hengst en een KWPN-merrie. Hiervoor reed ze met Darshan, een Friese ruin. Darshan kwam in Corrie’s bezit als vijfjarige en hij werd op zestienjarige leeftijd verkocht. ‘Mijn paard is bij mij rustiger dan bij een ander. Mijn vorige paard had dat in een veel sterkere mate, maar die had ik al veel langer, onze band was sterker. Kennelijk voelen paarden dat aan, dat je minder kan en kracht hebt. Naast de rolstoel loopt Zafiro rustig mee, maar als iemand naast hem loopt, wil hij nog wel eens even doorduwen.’ Corrie hield bij het kopen van een nieuw paard rekening met haar handicap. ‘Ik wilde een paard dat absoluut niet schopt of bijt. Dan wordt het te gevaarlijk, want ik kan niet zo snel aan de kant. Ook moest hij in de omgang en op stal niet al te druk zijn, dat is voor mij moeilijker te hanteren. Hij was eerst heel erg bang voor mijn rolstoel. Uit ervaring wist ik dat de meeste paarden daar vlot aan wennen.’ De paardensport beoefen je niet in je eentje, dat beaamt Corrie. ‘Van mijn partner Harry krijg ik veel hulp, hij maakt de kar schoon en laadt de vrachtwagen in. Daarbij is hij mijn groom in de marathon. Daarnaast heb ik nog hulp van Anne, zij traint met mij doordeweeks. Bovendien is Anne mijn groom in de dressuur en vaardigheid. En zij poetst het paard en tuigt hem op. Nu ben ik op zoek naar iemand die mijn paard één à twee keer per week onder het zadel traint’. |
Nationaal en internationaal
‘In Nederland zijn voor de paramenners geen aangepaste wedstrijden. Ik rijd tussen de reguliere rijders. Komend seizoen staan er tien wedstrijden op mijn programma. Als je dispensaties hebt gekregen voor je handicap dan gelden die ook op een reguliere wedstrijd. Voorbeelden van dispensaties zijn: lussen op de leidsels voor het beter kunnen vasthouden, gemotoriseerde parcoursverkenning, een groom die de rem bedient en zonder zweep mogen rijden. Ook op internationaal niveau zijn er weinig wedstrijden speciaal voor paramenners. ‘Alleen het Wereldkampioenschap dat eens in de twee jaar plaatsvindt. Soms is er een wedstrijd in het buitenland, maar die telt niet mee voor winstpunten. De bondscoach bekijkt de menners in de wedstrijden en tijdens trainingen. Daarna kiest hij wie er naar het WK mag. Een gewone wedstrijd en een wedstrijd voor gehandicapten bestaat uit dezelfde onderdelen. Bij het aangepast mennen heb je twee verschillende klassen, grade 1 en grade 2. Globaal kun je stellen dat menners in grade 1 een grotere beperking hebben dan die in grade 2. Om je klasse te kunnen bepalen, word je helemaal gekeurd door daarvoor bevoegde personen. Eerst nationaal en daarna eventueel internationaal. Ik ben inmiddels ook internationaal gekeurd en ik val onder grade 1. Op het WK is bijvoorbeeld voor rijders in grade 1 verplicht om een extra groom te hebben. Bovendien mogen die rijders nooit alleen op de kar zitten. Deze sport is niet paralympisch. De mensport is sowieso niet olympisch.’
In de prijzen |
Iets te bieden
De verrichtingen van Corrie en haar team zijn te volgen op haar eigen website maar de site dient niet alleen daarvoor. ‘De paardensport is een dure sport. Voor het WK had ik een nieuwe menwagen nodig, daarvoor zochten we sponsors. Die vonden we en zodoende kreeg ik een nieuwe. Om de sponsors ook iets te kunnen bieden, zijn we met de website begonnen. Daarop kun je de namen van sponsors noemen, maar deze kunnen bijvoorbeeld ook staan op mijn kleding of op onze vrachtwagen. Tevens vond ik het belangrijk dat men kan lezen dat je ook met een beperking de mensport kan beoefenen. Er is veel mogelijk door middel van aanpassingen en dat zou meer bekendheid mogen krijgen.’
Geschreven door Rosan Wilts, m.m.v. Corrie Wegerif
Geredigeerd door Veroni Steentjes
Maart 2011