Paralympische Spelen - atleet Ranki Oberoi vertelt over Rio
Dit is het verhaal van verspringer Ranki Oberoi. Hij is 23 jarige atleet afkomstig uit Rotterdam. Zijn onderdeel is verspringen in de T20 klasse. Zijn sprong tijdens de Spelen bedroeg 6 meter 96, goed voor de vierde plaats!
Mijn gevoel toen ik hoorde dat ik naar Rio zou gaan
Ik kon het niet geloven, het ging te snel om het te beseffen. De dag daarvoor zat ik nog bij de kapper toen ik het hoorde via mijn broer. De dag daarna zat ik al in het vliegtuig.
Mijn voorbereiding
Er waren niet genoeg plekken en de bond moest de keuze maken tussen mij en een aantal andere atleten. Jammer genoeg viel hun keuze niet op mij. Nadat ik eerder te horen had gekregen dat ik niet bij de selectie zat, had mijn broer me gemotiveerd om verder te trainen bij Rotterdam Atletiek, bij Manuel Ellsworth. Met als doel om zo hoog mogelijk op de wereldranglijst te komen, zodat ik mijn A-status als topatleet kon behouden. Met die gedachte ben ik gaan trainen bij Rotterdam Atletiek, om zodoende in september een goede wedstrijd te springen. Maar toen kreeg ik alsnog een uitnodiging om naar Rio te gaan, waar ik mijn beste wedstrijd tot toen toe heb gesprongen. (foto rechts Ranki met Fleur Jong en André Cats (Chef de Mission))
Aangekomen in Rio
Ik had een dubbel gevoel, omdat ik vond dat ik verdiende daar te zijn, maar uiteindelijk door geluk mijn plek in Rio kreeg. Echter eenmaal in het dorp en de stadions maakte het dubbele gevoel plaats voor trots. Ik heb onwijs veel genoten samen met de atleten uit het olympisch dorp. Elke avond gezelligheid met verschillende atleten van over de hele wereld. Ik heb zoveel nieuwe vrienden leren kennen, wat de ervaring super maakte. Op het moment dat ik het stadion voor het eerst inliep, kreeg ik kippenvel en flashbacks van de Olympische Spelen die twee weken eerder plaats hadden gevonden. Het was een aangename verrassing om de staande ovaties te ontvangen tijdens de openingsceremonie, waar ik samen met Marlou van Rhijn en Fleur Jong als enige atleten bij aanwezig waren. De media-aandacht daaromheen was immens, maar ik voelde me op mijn gemak en het voegde toe aan mijn Paralympische ervaring.
De Paralympische wedstrijd
Vanaf het moment dat ik opstond wist ik dat het een mooie dag zou worden. Ik zat vol met adrenaline en niks kon mij op deze dag
tegenhouden. Ik pakte de bus richting de trainingsbaan en daar zag ik al mijn concurrentie. De eerste atleet die ik zag was de verspringer, Latif Romly uit Maleisië. We groetten elkaar met een houding van; we gaan het vandaag doen. Ik begon mijn warming up met de gedachte dat ik mezelf zou overstijgen. Toen ik begon met mijn versnellingen, was het voor mij vrij snel duidelijk dat als ik die dag een 100 meter sprint zou lopen, ik dat voor het eerst onder de 11 seconden zou doen. Ik baalde er stiekem een beetje van, dat er geen 100 meter sprint voor mijn klasse was.
Ik werd daarna naar de callroom geroepen voor de laatste controles en toen wist ik het gaat nu beginnen. Ik liep het stadion in richting de baan en zag de tribunes vol met juichende mensen en toen voelde ik het, ik zat in mijn element, hier hoorde ik thuis, dit was mijn dag. Na mijn eerste foutsprong, zag ik de afstand die ik gesprongen had, wat alleen maar mijn vertrouwen vergrootte. Ik zette me over mijn angst voor een tweede foutsprong heen en motiveerde mezelf voor de tweede sprong. Ik hypte het publiek op en lanceerde mezelf richting de verspringbalk. Mijn verstand op nul met slechts het advies van mijn coach in gedachten en ik ging ervoor.
Mijn eerste goede sprong was gelijk 12 cm boven mijn PR (persoonlijk record) van 2014, namelijk 6,93 meter. Ik stond eventjes tweede, en verschoof daarna naar de derde plek. Mijn tweede sprong was ook een goede, maar geen verbetering van mijn eerste goede sprong. Bij mijn vijfde sprong verbeterde ik mijn afstand naar 6,96 en versterkte hiermee mijn derde positie.
Net voor mijn laatste poging werd ik met 3 cm gepasseerd door een directe concurrent uit Oekraïne, waardoor ik naar de 4e plek schoof. Vrijwel direct na hem was het mijn beurt. Zou dit de reden zijn dat ik die dag mijn eerste 7 meter ging springen? Ik bereidde mij voor en besloot extra hard te gaan, omdat dit mijn laatste poging was en omdat ik net van de derde plek was gestoten. Ik rende sneller dan normaal richting de balk en kwam uiteindelijk niet goed uit. Terugkijkend op de sprong en afstand, is het best mogelijk dat het me gelukt zou zijn, als ik mijn aanloop beter had getimed.
Paralympisch avontuur volbracht
Ik ben zeer tevreden en ik ben ervan overtuigd dat mijn concurrentie nu weet dat ik eraan kom. Een bronzen plak was fantastisch geweest, maar ik heb mezelf verbeterd en bewezen dat ik op grote toernooien het best presteer. Dit was mijn eerste grote toernooi van dit kaliber en ik voel dat er nog veel meer te halen is voor mij. Vandaar dat er geen teleurstelling is, maar trots en motivatie voor de komende toernooien.
Mijn ambities voor de toekomst
Ik ga zeker door, ik ben nog jong. In Rio heb ik mijn beste wedstrijd tot dan toe gesprongen. Zoals ik al zei: dit was mijn eerste grote toernooi van dit kaliber en ik voel dat er nog veel meer te halen is voor mij.
Geschreven door Ranki Oberoi
Geredigeerd door Jeanine Peters
November 2016