Interview Lara Baars: Paralympisch kogelstoter
‘Het is interessant om elke training zo uit te voeren dat mijn beperking geen belemmering is.’
Kort van stuk, maar krachtig en met een duidelijke missie: een record neerzetten op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. Maak kennis met Lara Baars, Paralympisch sporter in de atletiek.
Lara, kun je wat over jezelf vertellen?
‘Mijn naam is Lara Baars en ik ben 19 jaar oud. Ik volg naast mijn fulltime trainingsprogramma een studie op het Johan Cruyff College in Nijmegen. Daar studeer ik Marketing en Communicatie niveau 4. In mijn vrije tijd onderneem ik graag leuke dingen met mijn familie of vriendinnen. Door het strakke trainingsprogramma heb ik weinig vrije tijd en daar wil ik optimaal van genieten.’
Kun je vertellen wat je beperking achondroplasie inhoudt?
‘Achondroplasie is een erfelijke groeistoornis. Het kraakbeen van de armen en benen kan bij achondroplasie niet goed in bot worden omgezet. De armen en benen blijven dan kort en iemand is klein van stuk.’
Welke belemmering levert je beperking je op in je dagelijks leven?
‘Mijn beperking is voor iedereen zichtbaar. Kinderen en soms ook volwassen vinden het dan ook vaak raar, of zijn ze nieuwsgierig om mij te zien. Ik word daardoor vaak aangestaard of uitgelachen. Heel af en toe krijg ik ook wel wat opmerkingen. Doordat ik wat kleiner ben, kan ik niet alle dingen doen die ‘normale’ mensen wel kunnen doen. Toch zoek ik altijd wel een manier om te kunnen doen wat ik wil. Ik probeer het altijd positief te bekijken, want als je alles alleen maar negatief bekijkt, kost het veel energie.’
Ben je altijd al sportief geweest?
‘Ja, ik heb voordat ik met atletiek begon elf jaar gehandbald. Vroeger heb ik ook nog op ballet en turnen gezeten.’
Hoe ben je in aanraking gekomen met atletiek?
‘Ik ben op 5 oktober 2013 naar een Paralympische Talentendag in Arnhem gegaan. Ik had nog nooit atletiek gedaan, maar het leek me altijd wel leuk om te doen. Op de Talentendag liet ik zien wat ik kon en dat was goed genoeg om bij het Talentenprogramma aan te sluiten. Vanaf 2015 begon het pas echt serieus te worden en ben ik vier keer per week gaan trainen.’
Ondervind je belemmeringen van je beperking als je sport?
‘Nee, ik beoefen deze sport door mijn beperking op hoog niveau. Als ik deze beperking niet had, dan had ik misschien ook niet op zo’n hoog niveau gesport. Het is ook wel interessant om elke training zo uit te voeren dat mijn beperking geen belemmering is.’
Op welke prestatie ben je het meest trots?
‘Ik ben het meest trots op mijn zilveren medaille op de wereldkampioenschappen in Doha 2015. Het was zo onverwachts. Ik verbeterde mijn persoonlijk record met 36 centimeter, dat maakte het alleen nog maar leuker en vetter. Het resultaat van dat record was, dat ik op naam ben gekwalificeerd voor de Paralympische Spelen in Rio.’
Heb je contacten met andere Paralympische sporters die ook naar Rio gaan?
‘Ja, ik train in het DPT (Dutch Parathletics Team). Het DPT telt twaalf atleten. Daarvan zijn al vier atleten, inclusief mijzelf, zeker van een plek in Rio. Ik zie ze dus bijna dagelijks.’
Dit word je eerste keer dat je deelneemt aan de Paralympische Spelen met kogelstoten. Hoe ziet je voorbereiding er uit?
‘Mijn coach maakt mijn trainingsprogramma en ik voer de trainingen uit. Ik train fulltime, dat betekent tien trainingen, verspreid over vijf dagen in de week. Mijn voornaamste discipline is kogelstoten, daar moet je natuurlijk sterk voor zijn. Ik heb daarom twee keer in de week krachttraining. De andere acht trainingen in de week zijn lopen, stoten of een circuittraining.
Ik probeer en wil deze trainingen zo optimaal mogelijk kunnen uitvoeren. Als ik namelijk in Rio sta, dan moet ik er zeker van zijn, dat ik er alles aan heb gedaan. Daar hoort ook genoeg rust nemen bij en geen gekke dingen doen waardoor ik blessures kan oplopen.’
Moet je veel op je voeding letten?
‘Natuurlijk, dat moet elke topsporter om niet te zwaar, maar ook zeker niet te licht te worden. Gelukkig heb ik altijd goed en gezond gegeten, dus ik vind het niet per se lastig.’
Hoe schat je je kansen in op een overwinning?
‘Dat weet ik niet. Ik heb op de wereldkampioenschappen zilver gehaald. Maar de afstand tussen de nummer één en mij was toch nog wel 92 centimeter. Dat is veel. Ik ben nu heel hard aan het trainen om daar zo dicht mogelijk bij te komen en misschien wel er overheen. Een toernooi kan heel gek lopen. Kijk maar naar het afgelopen WK, daar had ook niemand verwacht dat ik zilver zou halen.’
Denk je dat het veel verschil maakt in de topsport, of je Paralympiër bent, of een sporter zonder beperking? Vind jij dat je prestatie evenveel gewaard wordt bijvoorbeeld? Vind je dat er genoeg media-aandacht is voor Paralympiërs?
‘Ik denk dat er nog wel verschillen zijn qua media-aandacht, maar dat de verschillen steeds kleiner worden. Er zijn veel meer fulltime programma’s en wij trainen net zo vaak en even hard als Dafne Schippers bijvoorbeeld. Mijn prestatie werd en wordt erg gewaardeerd. Na het WK werd ik door verschillende valide atleten gefeliciteerd, terwijl deze veel verder stoten en werpen dan ik, maar ze wisten hoe goed mijn prestatie was. De aandacht voor de Paralympische sport groeit, maar het is nooit genoeg. Zo lang er nog geen live uitzendingen tijdens de Paralympische Spelen zijn, heeft het nog niet de aandacht die het verdient.’
Wat brengt het sporten op hoog niveau jou?
‘Ik vind sporten het leukst om te doen. Doordat ik nu topsporter ben, mag ik bijna elke dag sporten. Ik kom ook op zoveel verschillende plekken, omdat ik voor toernooien of trainingsstages heel veel mag reizen. Dat maakt het nog veel mooier. Ik ben elke dag bezig om het allerbeste uit mijzelf te halen. Dat is soms moeilijk, maar ook heel gaaf als je op een training, of nog leuker, op een toernooi ziet wat dat oplevert.’
Heb je leuke plannen voor de toekomst? Op sportief of ander gebied?
‘De komende maanden staan in het teken van de voorbereiding op Rio. Daar ben ik elke dag mee bezig. Ik wil de kogel het verst stoten. Ik denk dat ik nog verder ga, ik sta nog maar aan het begin van mijn sportieve carrière.’
Geschreven door Jolet Wiering-Muurling met medewerking van Lara Baars
Geredigeerd door Johan Fiddelaers
April 2016