In het kort de vervoersgeschiedenis van Veroni Steentjes
Liever opvallend vervoer dan binnen blijven. Dat avondje uit kan niemand mij afnemen! Van liggend in een personenauto vervoerd worden met het bed of de rolstoel in de overdekte aanhangwagen tot een eigen aangepast bus waar ik met bed en aangepaste elektrische ligrolstoel in vervoerd word. Veroni Steentjes, 33 jaar, is woonachtig in Arnhem in een Fokus woning. Ze is initiatiefneemster en voorzitter van Stichting Intermobiel. In het artikel hieronder vertelt ze in het kort over haar vervoergeschiedenis. Het artikel is afkomstig uit het digitale Mobiel Magazine met als thema vervoer. |
Sinds april 1994 behoor ik tot het opvallende aangepaste vervoer. De eerste keer werd ik geduwd in een ongemakkelijke handrolstoel van de Thuiszorg winkel. Ik herinner me het eerste bezoekje naar de stad nog goed. Na een klein half uur ben ik in tranen terug gegaan, omdat iedereen me zo aankeek. Ik voelde me zwaar ellendig. Snel later werd het een op maat gemaakte elektrische ligrolstoel van bijna twee meter waar ik nog meer in opviel, maar ik was allang blij dat deze ligrolstoel gelukt was. Volgens de revalidatiearts en ergotherapeut van Het Roessingh bestond zoiets namelijk niet. Ik bewees het tegendeel met hulp van aanpassingsbedrijf RTD Het Dorp. Ze zijn specialist in het bouwen van speciale ligbrancards, rolstoelen en douchebrancard. Om in het weekend naar mijn ouders te kunnen, werd ik in het begin liggend in de auto op de passagiersstoel vervoerd met de ligrolstoel of bed in een overdekte aanhangwagen van de gemeente. Na tig transfers kon ik uit de auto getild worden om via een trippelstoel op het bed of de rolstoel te komen. Het was pure noodzaak om in het weekend thuis te komen, maar daar was dan ook alles meegezegd. Van de regiotaxi kon ik vanaf 1997 gebruik maken toen ik in Arnhem in Het Dorp woonde, maar dat was van korte duur, omdat mijn elektrische ligrolstoel te lang was en maar in één busje paste. In de praktijk kwam het vaak voor dat een taxi kwam waar ik niet in paste, die dus rechtsomkeer kon maken voor een andere! Een bed mag niet in een taxi vervoerd worden. Daarom werd ik met bed van 1998 tot 2001 door het Rode Kruis naar de universiteit in Nijmegen gebracht voor mijn studie. |
Vanaf 2001 had ik mijn eerste aangepaste bus waar mijn bed of ligrolstoel zo in kon. Wat scheelde mij , mijn vader en later Emile dat fysiek veel! Het heeft het nodige uitzoekwerk gekost om het financieel rond te krijgen. Ook deed de RDW nogal moeilijk voor de keuring voor het grijze kenteken, omdat een raam aan de rechterzijde afgeplakt moest zijn. Tevens mochten we dus niet zeggen dat het voor een ligrolstoel was, omdat je dan geen grijs kenteken krijgt. De belastingdienst deed ook moeilijk toen in de brief van de huisarts rolstoelbrancard stond. Idioot, maar wel de waarheid. Ik zou wel ander vervoer dan liggend willen, maar het kan fysiek helaas niet anders. De oude bus was na enkele jaren gebruik op, maar wat gaf hij een vrijheid! Ik kon met bed in de bus één a twee keer per jaar naar mijn ouders en met Emile naar de schouwburg zoals ieder normaal stelletje. Ik viel wel erg op in de bus, omdat mensen geen bed in een bus verwachten.
Ook in de schouwburg Arnhem waar ik met bed heen ga, ben ik een hele attractie en bezienswaardigheid. Ik ben het voorprogramma van de voorstelling. Dat geldt ook voor het ziekenhuis waar ik met bed heen moet voor de noodzakelijke infuusbehandelingen. Leuk is het niet, maar als ik me erdoor laat leiden, laat ik mijn beperkte wereld nog meer beperken. Nee dus, dan maar opvallen maar wél een avondje uit die niemand me kon afnemen! Ik ben wel blij dat ik nu in de schouwburg meteen in de zaal mag, zodat ik wat meer rust had en minder kans heb op stoten tegen mijn bed. Ook met de tweede ligrolstoel val ik op als ik naar buiten kan. Vaak is het niet, maar iedere keer weer naar buiten kan niemand me afnemen. Kinderen zeggen vaak: Mam, ik wil ook zo’n racewagen of gaaf mam! |
In 2006 kreeg ik na twee jaar hard werken een nieuwe aangepaste Renault Traffic, betaald door fondsen en een eigen bijdrage met hulp van de MEE. Ik betaalde mijn aanpassingen uit de individuele vervoersvoorziening van de Gemeente. Ik heb er toen bewust voor gekozen om in de bus het achterste raam aan de linker en rechterzijde dicht te laten, waardoor ik zelf wel goed naar buiten kan kijken. Alleen ben ik zelf voor een groot deel niet te zien. Ik lig zo wat rustiger in de bus. Het enige wat ze buiten door het raam zien, zijn mijn rare slappe voeten, zoals de buurtkinderen hier zeggen. Of hulphond Amor is te zien als hij mee reist met zijn snuit tegen het raam om goed naar buiten te kunnen kijken. Het vervoer is voor mij wat relaxter zo. Liever opvallend vervoer dan helemaal geen vervoer! Laat je niet leiden door de starende blikken en opmerking. Wat telt, is dat je er zelf even uit bent en hoe maakt dan niet uit! |
Heb je vragen n.a.v. dit artikel, mail dit dan o.v.v. vrijwilligerswerk
Groetjes Veroni Steentjes
maart 2009