Interview Veroni
Veroni (29) woont in Arnhem. Ze heeft posttraumatische dystrofie en is hierdoor bedlegerig. Ze heeft de afgelopen jaren twee buddies gehad. Ze vertelt over hoe ze bij een buddy is gekomen en wat ze aan een buddy heeft. |
Veroni is door haar tante geattendeerd op het bestaan van buddy’s. Haar nicht was ernstig ziek door een hersentumor. Ze had toen om die reden een buddy. Dat was haar goed bevallen en daarom dacht haar tante dat het misschien ook wat voor haar zou zijn. Veroni is toen op zoek gegaan naar de mogelijkheden in Arnhem en kwam terecht bij buddyzorg midden Gelderland. In die tijd was buddyzorg alleen nog maar gericht op het begeleiden van mensen met HIV en Aids. Na een half jaar is buddyzorg begonnen met het toewijzen van buddy’s aan mensen met een levensbedreigende en/of chronische ziekte en Veroni was daar de eerste in.
Buddy aanvragen
Veroni vertelt: ‘Ik heb in 2000 een aanvraag gedaan bij buddyzorg. De belangrijkste vraag was eigenlijk dat ik wilde praten over euthanasie en daar het een en ander over op papier te zetten. Na ongeveer een half jaar heb ik toen een buddy toegewezen gekregen. De coördinator van het buddyzorg project heeft toen gekeken wie er beschikbaar was en wie er bij mij zou passen. Er is toen wel rekening gehouden met de wensen en voorkeuren die ik persoonlijk had voor een buddy (bijvoorbeeld leeftijd en geslacht)’.
Ervaringen met een buddy
Veroni heeft op dit moment haar derde buddy. De eerste buddy is na een jaar gestopt met het vrijwilligerswerk. Het contact met de eerste buddy verliep goed en Veroni vond het dan ook jammer dat ze ermee stopte. Inmiddels had Veroni al wel haar doel bereikt en stond er het een en ander op papier over euthanasie. Maar er waren meer doelen waar Veroni aan wilde gaan werken en daarom is er toen door Veroni een nieuwe aanvraag gedaan voor een buddy. Met de tweede buddy die Veroni kreeg, liep het anders. Het klikte niet. Zowel Veroni als de buddy hadden allebei andere verwachtingen van elkaar. Veroni heeft toen toch maar contact gezocht met de coördinator en de situatie uitgelegd. Na een gezamenlijk gesprek is het contact met de buddy toen afgesloten.
Veroni:"Omdat ik nog wel een paar doelen gesteld had waaraan ik wilde werken, is ervoor gekozen een nieuwe buddy toe te wijzen. Het is nu al weer twee jaar geleden dat Elsje bij mij kwam en het contact tussen ons verloopt goed. In eerste instantie heeft Elsje mij vooral geholpen met structuur aanbrengen van bijvoorbeeld mijn administratie. Daarnaast hebben we samen de mogelijkheden van het PGB (persoonsgebonden budget) uitgezocht en zijn we erg druk geweest met alles regelen rondom mijn verhuizing."
Na de verhuizing heeft Veroni wat meer rust gekregen en zijn Veroni en Elsje voornamelijk gaan praten over bijvoorbeeld hoe Veroni zich voelt. Veroni denkt heel veel, maar bij haar gevoel komen is nog moeilijk. Daar is ze samen met Elsje mee aan de slag gegaan. Veroni vindt het vooral fijn om een buddy te hebben ,omdat die persoon neutraal is en er alleen voor haar is. Elsje heeft soms een andere invalshoek en daardoor wordt Veroni aan het denken gezet.
Veroni heeft ook te maken gehad met vrijwilligers van de vrijwilligerscentrale, maar Veroni geeft aan dat een buddy veel prettiger te vinden. Een buddy is ook een vrijwilliger, maar die is er met een duidelijk doel en voor een langere periode. Het is steeds dezelfde persoon en niet steeds iemand anders zoals bij de vrijwilligerscentrale. Hierdoor kun je ook een band opbouwen.
Vanaf mei 2005 zonder buddy:
"Ik heb veel aan mijn beide buddies gehad. Sinds april 2005 is Elsje bij me gestopt als buddy, omdat ze al twee jaar bij me was. Ook hadden ze samen de doelen bereikt die Veroni wilde bereiken. Op dit moment heeft ze dus geen buddy. Ik heb met Lies, de buddycoordinator afgesproken dat ik een paar maanden bekijk hoe het gaat. Als ik toch nog een duidelijke behoefte heb, kan ik contact met haar opnemen om te kijken of er een buddy vrij is die bij mij en het doel past. Ik ben tevreden met het feit dat ik nu geen buddy heb. Je moet ook zonder buddy verder kunnen en er niet afhankelijk van worden.
Geschreven door Ezra Steggink en Veroni Steentjes