Stichting Intermobiel

CVA (Olga)

Cerebrovasculair accident (CVA); het afsterven van hersenweefsel door onvoldoende bloedtoevoer of zuurstoftekort Oftewel; een hersenbloeding 

Stel je voor, je bent 17, gek op paardrijden, druk sociaal leven, leuke opleiding en dan krijg je op een ogenschijnlijk gewone dinsdagavond hoofdpijn. Wanneer je 17 bent, is dat nog geen rede tot paniek. Maar dan ben je ook misselijk en val je weg. Voor je het weet, wordt je met loeiende sirenes naar het ziekenhuis gebracht en luidt de diagnose, een hersenbloeding. Dat is toch niet iets voor iemand die nog 18 moet worden?! Het overkwam Olga Brosens ( 22 jaar uit Nispen) en het veranderde uiteraard haar leven.  Olga Brosens

Wat gebeurde er precies?
‘Op 4 februari 2003 had ik om half zeven hoofdpijn. We waren onder weg naar de manege. Ik stapte om 19.00 uur op mijn paard, maar de hoofdpijn werd alsmaar erger. Al gauw moest ik afstappen, omdat het bij vlagen zwart voor mijn ogen werd. De hoofdpijn werd steeds heftiger, met als gevolg dat ik moest overgeven. Terwijl mijn moeder naar de huisartsenpost belde, kwam mijn zus thuis. Zij heeft een ambulance gebeld. Zelf weet ik hier niets meer van, op dat moment ben ik in coma geraakt.

In het ziekenhuis stond de neuroloog al op ons te wachten. Ik kreeg meteen een hersenscan, waardoor ze ontdekte dat ik een zeer ernstige hersenbloeding had en met spoed geopereerd moest worden. Ze hebben me vervolgens met loeiende sirenes naar Rotterdam gebracht. Daarbij kregen we hulp van de politie die na de Heinenoordtunnel al het verkeer stil heeft gezet, zodat wij er met hoge snelheid door konden. Had het vijf minuten langer geduurd, dan was ik er niet meer geweest.’


En toen?

‘Eerst heb ik 15 dagen in Rotterdam gelegen en daarna nog enkele weken in het ziekenhuis van Roosendaal. Ik was me in het begin niet zo bewust van alles wat om me heen gebeurde. Alleen de eerste blik in een spiegel vergeet ik nooit meer. Ik ontdekte dat ik geen haar meer had (weggeschoren voor de operatie), ik wist niet wat ik zag. Die persoon in de spiegel kende ik niet, die wilde ik ook niet kennen. Ik heb zo hard gehuild op dat moment. Het heeft even geduurd voor ik die schrik te boven was.

Ik heb 5 weken niet kunnen praten, eten, drinken, slikken, lopen enzovoort. Ik heb alles opnieuw moeten leren. Naarmate de tijd vorderde, begon ik me alles meer te realiseren. Na een aantal therapie sessies in het ziekenhuis ben ik naar revalidatiecentrum het “Leijpark” in Tilburg gebracht. Dit was geen succes. Ik werd niet serieus genomen en als lui bestempeld. Na 16 weken ‘vechten’, vooral door mijn moeder mocht ik daar weg, eindelijk.

Eenmaal thuis viel ik in een heel diep gat. Iedereen ging door met zijn of haar leven. En dat van mij stond stil. Natuurlijk had ik wel visite en mensen die belden of een kaartje stuurden. Maar toen besefte ik pas echt wat er was gebeurd en ik voelde me heel vaak heel alleen. Ik heb meer dan 300 kaarten gehad en door hun lieve woorden en mijn kracht heb ik het gered. Maar vooral ook door mijn moeder. Zij heeft het hardst met me meegevochten.’

Wat zijn je dagelijkse beperkingen?
‘Ik ben door de bloeding rechtzijdig verlamd geraakt. Dit is erg verbeterd, maar ik loop met een orthese om mijn onderbeen. Dit is een soort beugel die mijn been corrigeert, zodat ik beter loop. Het beste loop ik op laarzen, maar je kunt je voorstellen dat dit met 30 graden niet zo lekker is. Meestal koop ik twee paar schoenen, een maat groter voor mijn rechtervoet zodat de orthese erin kan. Schoenen met hakken kan ik vergeten, dat gaat echt niet meer.

Maar ach, schoenen zijn maar schoenen. Dat is eigenlijk niets in vergelijking met het feit dat ik niet meer zo goed kan paardrijden. Dit zit me het meest dwars en het doet me veel verdriet. Ik doe dit al vanaf mijn 5e levensjaar. Ik was ook best goed en ik weet heel goed hoe het moet, maar mijn lichaam wil niet meer. Ik denk niet dat ik dit ooit zal kunnen accepteren.’

Is de samenstelling van je vriendenkring veranderd?
Ja behoorlijk, er zijn een aantal vrienden afgevallen, maar vele van hen waren zonder mijn bloeding ook weggevallen. Toch heb ik meer vrienden dan ooit op dit moment. Heel erg mooi om te zien hoeveel mensen om me geven. Wat dat betreft heb ik geluk, want dat zijn er best veel.’

En mannen?
‘Tja, sommige weten niet hoe snel ze uit mijn buurt moeten komen wanneer ze ontdekken dat ik een beperking heb. Andere doen net alsof en beloven van alles, maar komen daar niets van na. Wat geeft het, want ik heb een geweldige vriend! Deze maand hebben we 3 jaar verkering. Ik kende hem nog niet voor mijn hersenbloeding. Maar stel dat ik hem ervoor wel had gekend en we al verkering zouden hebben, weet ik zeker dat hij bij me was gebleven. Ik prijs mezelf iedere dag zo gelukkig met hem.’

Wat heeft je ziekte je gebracht?
‘Ik heb door mijn hersenbloeding geleerd dat sommige dingen die je meemaakt goed voor je zijn. Ook al lijkt dat in eerste instantie niet zo. Ik geniet veel meer van dingen dan voorheen. Ik vond heel veel dingen vanzelfsprekend. Nu moet ik veel meer vechten, en door dat vechten wordt ik sterker. Ik ben socialer en volwassener geworden. En ik weet, er is meer “tussen hemel en aarde”. Zo geloof ik zeer sterk in Engelen. Ik weet zeker dat ze voortdurend om mij heen zijn. Ik voel het gewoon.

Ik geniet iedere dag van het leven, ook al zit mijn haar een dagje niet. Ik haal alles eruit wat erin zit en ik ben blij met alles wat ik heb!’

Wat ik anderen graag meegeef?
‘Luister niet naar de negatieve, maar naar de positieve punten die artsen je geven. Probeer altijd te blijven vechten door in jezelf te geloven. Laat niemand je tegenhouden je doel te bereiken!’

Geschreven door Petra Geijsberts- de Wal m.m.v. Olga Brosens
Geredigeerd door Veroni Steentjes