Stichting Intermobiel

Poepen (Veroni)

‘Ik heb schijt aan mijn schijt!’
Toiletgang met een lichamelijke handicap; geen gemakkelijke prettige bezigheid 

Veroni Steentjes (35), ligt door Posttraumatische Dystrofie en gegeneraliseerde dystonie al ruim zeventien jaar op bed. Ze is beperkt in haar been- en handfunctie en kan niet zitten. Ze is beperkt in haar stoelgang door haar beperkte bewegingsmogelijkheden en het medicijngebruik in de vorm van morfine.
 Verschillende soorten toiletgangen waaronder poepen met een handicap

Sinds ik op bed lig, heb ik moeite met de stoelgang. Het is een onderwerp waar ik het moeilijk mee heb en niet graag over praat. Ik voel me er namelijk ongemakkelijk bij. Toch is het een handeling die iedereen doet, van de putjesschepper, de koningin, tot de president van Amerika aan toe. Op bed plassen lukt me wel, maar het lukt niet om op bed ‘de grote boodschap’ te doen. Ik krijg het er dan echt niet uit, hoe hard ik ook pers. Ik heb blijkbaar toch de zwaartekracht nodig. Alleen als ik naar het toilet ga op de toiletstoel, hangend op mijn linkerbil, lukt het met veel moeite. Alleen is die houding oncomfortabel en verre van prettig. Ik hoef gelukkig gemiddeld maar één keer in de week naar het toilet. Omdat het fysiek zo zwaar is, ben ik daar blij mee.

 

Transfer
Om naar het toilet te kunnen gaan, is ook een risicovolle transfer nodig. Ik moet van het bed naar de op maat gemaakte toiletstoel door middel van een glijplank en een klein glijzeil (easy slide). Als de transfer fout uitgevoerd wordt, lig ik zo op de grond of er wordt regelmatig tegen mijn benen aan gestoten. Naar het toilet gaan, is de laatste jaren verder bemoeilijkt door grotere doorbloedingproblemen in mijn benen. Als mijn benen namelijk naar beneden hangen, stroomt het bloed niet meer terug. De benen en voeten lopen paars en rood aan. De afgelopen twee jaar knappen met grote regelmaat de kleine bloedvaatjes in de onderbenen en voeten door de druk van het bloed. Het gaat ook erg kloppen, wat erg pijnlijk is. Als ik op bed lig, moeten de benen en voeten meteen omhoog gelegd worden met een kussen eronder, zodat het bloed terug kan stromen. Zo hoop ik de schade te beperken. Ik ben ook echt bekaf na een toiletbezoek, het is een uitputtingslag. Even rustig naar het toilet gaan en er de tijd voor nemen, is dus zeker niet het geval.  

Medicijnen
Ik gebruik al meer dan zestien jaar veel medicijnen om de stoelgang te bevorderen. In het begin gebruikte ik heel veel zakjes Metamucil en Importal,  vier zakjes op een dag, maar uiteindelijk werkte dat op lange termijn niet meer. Je lichaam went er aan, dus dan moet je weer over op een ander medicijn. Door andere medicijnen: carnitine, voor de dystrofie, werd de stoelgang eerst een stuk beter waardoor ik de zakjes met de helft kon minderen. Ik gebruik nu al enkele jaren Movicolon zakjes afhankelijk van de behoefte. Ik gebruik bewust niet teveel. Als de toiletgang, stagneert neem ik eerst extra zakjes Movicolon.
De toiletstoel van Veroni gemaakt door RTD Het Dorp 

 

Zwaarder geschut
Af en toe moet ik zwaarder geschut inzetten in de vorm van een klysma (microlax).  Ik moet soms wel een klysma nemen, omdat de ontlasting er echt niet uit komt na meer dan anderhalve week. Je hebt wel het gevoel dat je naar het toilet moet, maar het komt er echt niet uit. Ik krijg er buikpijn van en een opgeblazen gevoel. Ik wil het er bij wijze van wel uittrekken of rukken, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Door het harde persen, knappen de bloedvaatjes in mijn benen helemaal snel. Ik heb veel moeite met een klysma, omdat ik graag de touwtjes in handen heb. Dat heb je bij een klysma zeker niet. Een klysma móeten nemen, went bij mij niet. Ik let ook op wat ik eet, maar dat heeft weinig invloed op de stoelgang.

Ook voelt na zo’n moeizaam toiletbezoek de onderkant van me gekwetst aan, alsof je net een kind gebaard hebt. Ik neem echt alleen een klysma als het niet anders kan. Ik ben blij dat mijn vriend dit ook wil en kan doen. Ik voel me minder opgelaten bij hem en kan langer wachten na het toedienen van de klysma, voordat ik naar het toilet ga, dan bij een verzorgende. Hij kent de transfer als geen ander. Ik hoef daarom niet eerder te gaan, omdat ik weet dat hij de transfer snel en goed doet.

 

Al met al kan ik niet anders dan tot de conclusie komen, dat naar het toilet gaan verre van een gemakkelijke prettige bezigheid is, maar daarin ben ik vast niet de enige.

 

Geschreven door Veroni Steentjes
Geredigeerd door Evy
juni 2011