Nikita's passie voor de autosport
‘De snelheid en het geluid van het autoracen vind ik helemaal te gek.’
Nikita den Boer is 19 jaar en heeft van jongs af aan een hele grote passie, namelijk de autosport. Ze is dan ook zeer regelmatig op het circuit van Zandvoort te vinden, om al het voorbij scheurende geweld te zien en te beleven. Nikita is geboren met Spina Bifida en zit sinds haar dertiende in een rolstoel. Gelukkig vormt haar rolstoel geen belemmering om de autoraces te bezoeken. De circuits zijn over het algemeen goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers.
De interesse voor de autosport is zo rond haar derde, vierde jaar ontstaan, herinnert Nikita zich. ‘In die tijd werd mijn vader lid van de OCA (Officials Club Automobielsport), dit is een vereniging voor officials.’ Zij zorgen voor de veiligheid op en langs het circuit. ‘Hierdoor bezocht ik ook af en toe met een broer het circuit. Toen ik wat ouder was, ging ik ook wel alleen. Nu ga ik vaak ’s morgens met mijn vader mee en breng ik de rest van de dag met vrienden of in mijn eentje door. Wat me zo aantrekt in de autosport? Nou, de snelheid en het geluid. Dat is gewoon geweldig om mee te maken.’ ‘Ook op de televisie volg ik vrijwel alles op het gebied van autosport. Vooral de Formule 1, de Dutch Power Pack en de DTM (Deutsche Tourenwagen-Masters) hebben mijn interesse. Ik heb ook een favoriete coureur, dit is Lewis Hamilton. Mijn favoriete automerk is Audi.' Geleidelijk aan is Nikita minder mobiel geworden als gevolg van Spina Bifida. ‘Vroeger was het feit dat ik Spina Bifida had voor mij eigenlijk heel gewoon, want ik kon toen bijna alles wat mijn broers en zussen ook deden. Behalve de dingen waarbij je veel schokken in je rug krijgt, zoals een ritje maken in de achtbaan. Lang lopen kon ik niet, dan had ik wel een rolstoel nodig. Verder was er voor mij eigenlijk niet veel verschil met mensen zonder Spina Bifida. Moeilijk was het wel toen ik op mijn dertiende afhankelijk werd van mijn rolstoel. Hierdoor werden dingen die ik voorheen graag deed, zoals dansen, onmogelijk. Lastig vind ik ook, dat ik van tevoren moet nadenken of ik ergens wel bij of in kan met mijn rolstoel. De klachten die ik heb vallen mee. Zo nu en dan heb ik last van hoofdpijn, waardoor ik vorig jaar maar voor halve dagen de lessen op school kon bijwonen. Af en toe heb ik ook pijn in mijn benen en mijn rug. Met mijn toenmalige opleiding voor doktersassistente ben ik overigens gestopt, in februari wil ik aan een nieuwe opleiding beginnen. Het wordt een opleiding op het gebied van boekhouden of een opleiding voor directiesecretaresse.’ |
Ook toen Nikita in een rolstoel kwam te zitten, hoefde ze gelukkig haar hobby niet op te geven. Ze kan ook in haar rolstoel het circuit bezoeken. ‘Het circuit van Zandvoort is goed toegankelijk voor mensen in een rolstoel. Zo is er een lift naar de hoofdtribune. Met kleine evenementen is deze lift echter vaak niet in gebruik. Dan moet er maar net iemand met een sleutel voor de lift in de buurt zijn en dat is meestal niet het geval. Zelf zit ik overigens vrijwel nooit op de tribune, bij een evenement moet je voor een tribuneplaats vaak extra betalen.Vaak rijd ik door de duinen om vanaf daar te gaan kijken. Hiervoor moet je wel een geschikte rolstoel hebben. Via het bedrijf BSP (Bergh Special Products B.V.), een leverancier van rolstoelonderdelen en hulpmiddelen (en tevens sponsor van Stichting Intermobiel), heb ik een rolstoel uitgeprobeerd met bredere wielen. Deze beviel erg goed. Met deze rolstoel kwam ik makkelijker de duinen door en kwam ik niet zo gauw vast te zitten.’
Nikita kwam via haar vader in contact met Intermobiel Racing. Dit is een raceteam dat met het racen gratis publiciteit en geld vergaard voor Stichting Intermobiel. ‘Jeroen Brunsveld is coureur bij Intermobiel Racing en is net als mijn vader lid van de OCA. Hij sprak met mijn vader en nodigde mij uit eens langs te komen bij het team. Met Intermobiel Racing heb ik ook meegereden op de schoonmoederdag in de raceauto. Dat vond ik helemaal geweldig. Voorheen was ik ook wel eens het circuit over geweest, maar dan met een maximum snelheid van zestig kilometer per uur.’ |
Geschreven door Lina Wijma met medewerking van Nikita den Boer.
Geredigeerd door Johan Fiddelaers.
Februari 2011