Elsa over haar kinderwens voor een tweede kind
Verstandelijk denk ik: 'Wat ben ik toch rijk...'
Als ik naar mijn leven kijk, heb ik veel om dankbaar voor te zijn. Ik heb een lieve man en een prachtige dochter. We wonen in een heerlijk huis met een tuin, een Miva-woning (= een mindervalide woning), dus wat wil ik nog meer? Ik geniet van onze beestenboel en van de contacten op het schoolplein… En juist op dat schoolplein word ik zo vaak geconfronteerd met bolle buiken. Prachtig om te zien en ik vind het super voor de aanstaande mama’s. Maar heel vaak kom ik toch verdrietig thuis.
Ik ben nog jong (32 jaar) en het verlangen naar een tweede kindje zit erg diep. Verstandelijk weet ik dat het niet kan. Tijdens mijn eerste zwangerschap heb ik acht maanden gelegen. De eerste drie jaar daarna waren erg zwaar. Alles moest ik uit handen geven, ik werd gewassen en kon amper mijn eigen kindje vasthouden.
Toen onze dochter groter werd, knapte ik langzaam op. Door veel te rusten, kwam ik weer op mijn oude niveau terug. In mijn geval betekent dat lopen met rollator/rolstoel/scootmobiel. Ik kan mezelf weer wassen en ik kan zelfs weer onze dochter zelf naar school brengen. En ik kan leuke dingen met haar doen.
Nu ben ik dus weer in de benen en, ondanks de pijn, lacht het leven me weer toe. En juist daar zit nu het grote gevaar. Want verstandelijk weet ik, dat als ik weer zwanger zou worden, het weer achteruit gaat. En ik dan niks met onze dochter kan doen. Maar mijn gevoel wil zo graag nog een keer een zwangerschap meemaken. Ik kan nu van alles gaan ophemelen, met mijn hoofd in de roze of blauwe wolken gaan lopen. Maar ik blijf toch maar met mijn (dystrofie) been (en) arm op de grond… Ach, en eenmaal op de grond zie ik daar mijn meissie, een gezonde meid van bijna 5. Zie ik een lach van oor tot oor en de twinkeling in haar ogen, dan denk ik: 'Wat ben ik toch rijk….' Dit neemt niemand me meer af!
Geschreven door Elsa Groenheide
Geredigeerd door Johan Fiddelaers
Wil je reageren n.a.v. dit artikel, mail ons dan o.v.v. opvoeden en de vraag of reactie wordt zo nodig doorgestuurd naar de juiste persoon.