Stichting Intermobiel

Interview marianne over kibu


Kibu is een bijzondere hond. Hij en zijn baasje Marianne (33) zijn altijd samen. In dit interview vertelt Marianne over de speciale band die zij en Kibu hebben.

Foto: Marianne + hond  Foto: Scootmobiel Marianne en Kibu


Rugklachten
Marianne heeft ernstige rugproblemen, waardoor ze moeilijk kan lopen. Doordat één van haar zenuwen bekneld is, krijgt ze ook regelmatig een soort spasmeaanvallen, waarbij ze haar bewegingen niet meer onder controle heeft. Marianne moet dan op bed gaan liggen, of, wanneer ze niet thuis is, moeten omstanders haar hoofd beschermen - anders bezeert ze zichzelf. Toen Marianne en haar man hun hond Kibu kregen, had zij al rugproblemen, maar ze had nog geen operaties ondergaan en ze had ook nog geen rolstoel of scootmobiel nodig. “Mijn man zag een leuke pup van 4 maanden op de internetsite van een asiel staan. We zijn toen wezen kijken en we waren meteen verkocht. Hij had nog wel wat rare gewoontes, hij wilde alleen lopen als je snoepjes voor hem hield...”.

Geen hulphond
Kibu is waarschijnlijk een combinatie van een herder en een Collie en is inmiddels 6 jaar oud. Hij is geen ‘officiële hulphond’. Marianne zou dat ook niet willen. “Daar vind ik mezelf te goed voor, ik kan me namelijk goed redden in huis. Ik vind dat je daar niet te luchtig mee om moet gaan. Ik vind dat hulphonden terecht moeten komen bij mensen die echt geen goed leven zouden kunnen leiden zonder een hulphond. Bij mensen die het heel erg nodig hebben. Het is heel duur zo’n hulphond, dan moeten ze ook goed terechtkomen.” Marianne heeft Kibu dan ook niet nodig bij haar dagelijkse bezigheden; hij maakt wel deuren voor haar open.

Training
Marianne deed vrijwilligerswerk voor een hondenvereniging in Medemblik toen ze nog redelijk kon lopen. Bij dezelfde vereniging heeft Kibu zijn puppytraining gevolgd en heeft hij daarna nog een diploma behaald voor een andere training. Toen Marianne niet meer goed kon lopen en ze nog geen scootmobiel had, hielpen de mensen van de hondenvereniging haar verder bij de training. Marianne denkt dat Kibu aan haar beperkingen gewend is geraakt: “Ik werd langzaam slechter, ik liep eerst op krukken, en gebruikte later een scootmobiel. Kibu loopt perfect naast de scootmobiel. Als ik “andere kant” zeg, dan gaat hij dus naar de andere kant, wat erg handig is in het verkeer.”

Maatjes
Kibu betekent heel veel voor Marianne. Haar man is internationaal chauffeur en hij is vaak weg voor zijn werk. Marianne is blij met Kibu’s gezelschap: ze zijn echte maatjes. “Als ik had geweten dat het zo slecht met me zou gaan, had ik geen hond genomen. Het is maar goed dat ik dat niet wist, want nu is dat het beste dat ik besloten heb. Door hem kom ik er uit en neem ik deel aan het sociale leven. Leer ik mensen kennen. En dat hij me zo goed zou aanvoelen wist ik natuurlijk ook niet van tevoren”.

Speciale band
Dat Kibu en Marianne een speciale band hebben, blijkt wel uit het feit dat Kibu haar spastische aanvallen voelt aankomen nog voordat Marianne zich daar zelf van bewust is. “Dan gaat hij rondjes om me heen lopen en weet ik dat ik op een veilige plek moet gaan liggen. Dat is erg fijn, want zo voorkomt hij dat ik me kan bezeren.” Ook heeft Kibu haar een keer wakker gelikt toen Marianne was flauwgevallen in haar keuken. “Kibu ging toen naar me toe en likte water uit de waterbak en likte aan mijn gezicht. Water uit de waterbak, gezicht likken, water uit de waterbak, mijn gezicht likken, net zolang tot ik wakker werd van die rare lap tong in mijn gezicht!”

Moeilijk delen
Kibu is zo op zijn baasje gesteld dat hij haar soms maar moeilijk met anderen kan delen: “Vaak reageert hij wat vijandig op andere mensen, vooral als ze te dicht bij me in de buurt komen. Niet tegen de mensen die hij kent natuurlijk. Met onbekende visite is het wel eens vervelend. Maar als ik duidelijk laat merken dat ik de baas ben en de mensen hem negeren dan gaat het goed. Gelukkig zit daar wel verbetering in.” Kibu is dus het liefst in het gezelschap van Marianne. “Hij is ook wel blij als mijn man thuis komt, maar hij is er ook aan gewend dat hij weg is. Kibu en ik zijn altijd samen. Als ik weg ben dan is Kibu onrustig en kijkt hij constant uit het raam of ik terugkom.”

Eigenzinnig
Kibu kan Marianne nog steeds verrassen met zijn eigenzinnige trekjes. Als zijn baasje bijvoorbeeld met moeite de trap oploopt, wacht hij per tree totdat zij verder komt. Ook heeft Kibu zo zijn voorkeur voor het tijdstip van het uitlaten; het liefst niet te vroeg: “Als ik om zeven uur ’s morgens met hem uitga, loopt hij al uitstrekkend en gapend over straat en wil hij eigenlijk niet mee. Een echte uitslaaphond is het.” Van regen houdt hij ook niet: “Toen hij met de overburen naar het bos was, is hij mee gaan lopen onder de paraplu van de buren. Tja, we noemen hem niet voor niets ‘King Kibu’…”.

Geschreven door Mirjam Gloerich