Stichting Intermobiel

De pijn de baas cursus

 

Mijn naam is Tonnie Krijnen(34). Ik heb fibromyalgie. Ik heb dus zelf de cursus de pijn de baas gevolgd. Deze cursus is van oorsprong afkomstig van Frits de Winter en het wordt nu in veel revalidatiecentra als cursus aangeboden voor chronisch pijn patienten.

Vanaf 10 januari 2000 tot 4 augustus 2000 ben ik dus naar het revalidatiecentrum geweest. Het begon eerst met allerlei onderzoeken, want ze moesten eerst kijken of ik wel geschikt was voor het programma. Elke week moest ik er toen zijn.

Voorkant boek de pijn de baas

Start pijn de baas cursus:
Vanaf 15 mei 2000 begonnen de programma’s. Ik zat in een groep van 6 personen ( mezelf mee geteld ) Binnen 3 weken vielen er al 2 personen af. Die vonden het te zwaar. De rest van de weken waren we dus met 4 mensen. Het programma duurde dus tot 17 juli 2000 in totaal 3 maanden dus. Ik moest na het programma ook nog een tijdje naar de maatschappelijke werkster toe. Zij helpen je dan verder: ik had dat toen heel erg hard nodig. Er was in dat jaar zoveel gebeurd: de pijn werd steeds erger en ik kon niet meer werken enzevoort. We kregen op 20 juli 2000 een eindgesprek met partner. Toen kregen we nog een terugkom uur op 31 augustus 2000. Je moest dan komen vertellen hoe het met je ging na 4 weken zonder revalidatie. Op 18 januari 2001 moest ik nog een keer terug komen om te vertellen hoe het ging na 6 maanden zonder revalidatie.

Het ging op dat moment hellemaal niet goed met me. Ik had toen het idee van: je kunt je verhaal doen, ze schrijven alles op, het programma is nu afgelopen en zoek het nu maar verder maar zelf uit. Zo kwam het toen op mij over. Ik moest steeds meer inleveren en deed in die tijd niets als maar huilen. Ik kreeg toen voor een paar maanden antidepri pillen (remeron), maar die deden niks af bij mij.  Ik kon steeds minder doen. Ook in het huishouden ging het achteruit. Aan het einde van het Pijn de Baas programma was ik helemaal op. We hadden net vakantie, maar ik had die tijd hart nodig om bij te komen.

Maatschappelijk werk:
Na de vakantie moest ik na de maatschappelijke werkster in mijn woonplaats. Ik moest hierheen, omdat ik nogal in de knoop zat met me zelf. Ik had meer pijn gekregen na de revalidatie wat niet de bedoeling was. Ik moest steeds meer inleveren en ik  zag het even niet meer zitten. Ik ben er in totaal 3 a 4 keer geweest. Ik had een vrouw als maatschappelijk werkster. Het was dat ik mijn verhaal bij haar deed en ze zei alleen maar ja of nee. Ik had na het uur toen ik weer thuis was aangekomen zoiets van wat schiet ik hier mee op? Ik word hier ook niet vrolijk van: alleen maar ja of nee zeggen. Ik had zoiets van: ik wacht dit nog één keer af en als het nog zo is, dan stop ik hier mee. Ik moet het toch allemaal zelf doen. Toen kreeg ik een paar dagen ervoor een telefoontje dat de maatschappelijke werkster overspannen was . Ze zochten een andere  voor me. Ik heb bijna 3 maanden zitten wachten. Toen heb ik hen zelf eens gebeld en gevraagd hoe het zat, want dit werkt zo niet. Ik heb gezegd dat ik stop, omdat ik drie maanden zit te wachten en niets hoor. In die drie maanden heb ik het ook allemaal alleen moeten doen. Toen ben ik voor me zelf alles op een rijtje gaan zetten. En zo stilletjes aan leer je steeds meer.

Het ergste was gewoon dat ik helemaal op was en veel meer pijn heb gekregen. Ook had ik geen goede hulp gekregen. Maar ik ben er boven op gekomen. Het heeft wel zo’n 2 maanden geduurd. Je moet het toch gaan accepteren. Daarom ben ik toen mijn website gaan maken. Het doet me goed om met lotgenoten te kunnen praten en te mailen.

Wat heb ik zoal geleerd van de cursus?

  • Voor de cursus ging ik maar door: hard werken en veel overuren maken. Het maakte mij allemaal niet uit. Ik heb tijdens de cursus geleerd om op tijd te stoppen en niet steeds maar door willen gaan. Ze  zeggen zo leuk: stoppen als het nog leuk is. Nou, moet ik zeggen dat is heel erg moeilijk. Probeer het maar eens. Ik heb er nu nog moeite mee.
     
  • Ook heb ik geleerd alles beter te verdelen: als je een slechte dag hebt, niet te veel doen op die dag. Doe bijvoorbeeld s’morgens de aardappels schillen en 's middags de groente schoonmaken. Dan hoef je dat 's avonds niet allemaal tegelijk te doen.
     
  • Het strijken doe ik nu voortaan zittend. Niet te lang zo’n 8 minuten. En dat gaat zo redelijk goed. Je bent wel wat meer dagen kwijt, maar zo werkt het tenminste wel.
     
  •  Vooral leuke dingen doen: Dat doet een mens goed. Je hebt dan niet het idee van ik moet dit en ik moet dat. Dat is namelijk verkeerd voor ons. Je hebt dan een plicht en dat werkt helemaal verkeerd.
     
  • Ontspanningsoefeningen doen: Als we dat daar in de groep deden, lukte me dat beter dan als ik thuis ben.
     
  • Leren nee te zeggen. Oei dat is moeilijk! Het is heel belangrijk in het begin.Voor de cursus zei ik maar steeds: ja, dat is goed, want ik durfde bijna geen nee te zeggen. Ik had dan een schuld gevoel.
     
  • Naar je lichaam luisteren: Jouw lichaam zegt op een gegeven moment nee. Luister daar naar en doe het dan ook niet.
     
  •  Geef vaker iets uit handen: Jij kunt niet alles meer dus durf hulp te vragen.
     
  • Ga op tijd rusten: Jouw lichaam vraagt hierna dus doe het dan ook. Ja, het is moeilijk, maar jij moet begrijpen dat je dat nodig hebt.
     
  • Het leren goed te zitten. bijvoorbeeld op een stoel, maar ook op een bank. Je zit te vaak met gebogen schouders en een kromme rug. Met het gevolg dat je na een periode bijna niet meer uit de bank of stoel komt. Tussen door ga ik ook even van de stoel af en een klein rondje lopen. Dat is goed voor de spieren.
     
  • Halverwege het programma moest je een weekschema maken. Je moest de activiteiten aangeven plus de rustperiodes. Ik heb wel zo’n schema gemaakt. Ik heb het geprobeerd, maar ik vond het niks. Dat wil zeggen: Ik voelde het als een verplichting: Zo laat uit bed. Nu moet je afstoffen, even TV kijken en niet te lang hè en nu moet je gaan rusten. Ik voelde er een moet achter. Ik had in die periode toch al meer pijn en was erg moe dus alles liep in het honderd. Ik had amper een goede dag er tussen dus van het schema kwam niks van terecht.  Ik moest steeds alles op schuiven wat ik 's maandags niet kon doen, moest ik op dinsdag maar doen. Gek werd ik er van. Ik heb het schema een tijdje aan de kant gegooid en na een poosje weer op gepakt.  Maar het werkt nog steeds niet bij me. Ik heb het nu 3 maal geprobeerd. Toen dacht ik bij mezelf waar ben ik toch mee bezig. Ik mag geen moet voelen. Dat had ik al wel geleerd. Ik moest dingen doen die ik leuk vond. Ik heb toen besloten dat ik het schema aan de kant legde. Ze waren daar niet blij mee. Ik moest het schema volgen, anders deed je toch teveel op een dag. Ze hebben wel gelijk, maar ik kon het niet opbrengen. Helaas.
     
  • Een plan voor de toekomst maken:  We moesten aan het einde van het programma een plan voor de toekomst maken. Wat je wilde gaan doen, maar het moest wel haalbaar zijn.
    Mijn plan voor de toekomst zag er zo uit: 
    - Conditie: Ik wil 2 maal per week gaan zwemmen 45 minuten op therapeutische basis in een verwarmd zwembad.
    ( dit doe ik dus nu 2 maal per week op dinsdag en vrijdag in totaal is het dus een uur lang ) Ik wil ook blijven fietsten zo’n 10 minuten per dag.
    - Huishouding: Alles beter te verdelen. Ik heb nu een schema gemaakt wat ik op die dag moet doen. Daar heb ik dan de hele dag de tijd voor.
    - Werk:  Ik zou het liefst iets met computers willen gaan doen of met de telefoon op nemen. Hoeveel dagen en hoe lang weet ik niet.  (Hier is helaas niets van uit gekomen. Ik heb al moeite met het huishouden.) 
    - Afleiding: Mijn hobby’s zijn computeren en kaarten maken en wil dat blijven doen. (Het maken van kaarten heb ik stilletjes weer op gepakt en het computeren doe ik met liefde en plezier. Ik zit er wel af en toe te lang achter, maar dat komt omdat ik dan druk bezig ben met mijn website. Hier heb ik plezier aan. )
    -Ontspanning: Om de dag 30 minuten onder de zonnebank  gaan. Twee maal per week  zwemmen en nog vaker gaan rusten.
    -Gedragsverandering: Ik moet nog beter naar me lichaam luisteren, meer uit handen geven en vaker rusten. (Naar mijn lichaam luisteren gaat steeds beter. Het uit handen geven, is toch nog steeds moeilijk.  Het gaat met tijden goed.)
     
  • Conditie:
    De conditietest werd voor het programma en na het programma gedaan. Mijn conditie was het zelfde gebleven. Er was geen verbetering, maar ook geen verslechtering. Dus de conditie was binnen het normale zeiden ze.

Door de cursus ga ik nu om met fibromyalgie. Ik verdeel alles over de hele week uit. Ik kijk 's morgens eerst even hoe ik me voel. Als ik me redelijk voel, ga ik eerst 5 minuten stoffen en dan even rusten. Als het dan nog goed gaat, ga ik weer verder met stoffen.
Het zware werk zoals stofzuigen en ramenwassen kan ik helaas niet meer. Als ik dat toch doe,gaat het dus helemaal fout. Het zware werk geef ik uit handen. 

Ik heb weleens dagen dat ik inderdaad tot niks kom. Ja, dan moet het zo maar zijn. Ik ben over het algemeen toch een hele week bezig, maar dat komt dus doordat ik alles verdeel over de week. Ook ga ik 2 maal per week zwemmen en probeer ook elke dag even te fietsen, mits het goed weer is. Dus ik kan het goed redden. Ik heb veel ingeleverd, maar er zijn ook dagen bij dat ik voor in de tuin iets kan doen. Ja, ik moet dan wel een rustdag inlassen, maar dat is niet erg. En zo kan ik me dagen goed in plannen en ik kan er zo mee leven. Het heeft een hele tijd geduurd, maar stilletjes komt het en dat is nu dus.

Verder wil ik tegen iedereen zeggen: neem er de tijd voor. Doe alles op je gemak. Als je eens een dag hebt dat je niks kan, voel je dan niet schuldig. Er komen dagen genoeg dat je het wel iets beter kan en maak daar dan gebruik van. Bedankt voor het lezen van mijn verhaal.
Geschreven door Tonnie Krijnen

Voor meer informatie over de cursus de pijn de baas kijk op: